Je ziet het vaak voorbij komen: Rijk aan vezels. Een bron van vezels. Deze term kom je tegen op meerdere producten, bijvoorbeeld op pasta of brood. De termen “rijk aan”, en “bron van” zijn beschermde claims. Niet iedereen mag het zomaar gebruiken. Je moet aan een aantal eisen voldoen wil je daadwerkelijk deze claim op jouw verpakking mogen zetten. En dat is maar goed ook!
Wat houdt deze bewering, of beter gezegd claim, precies in?
In de producten moet een minimale hoeveelheid zitten om de term te mogen gebruiken:
- Rijk aan vezels
Het vezelgehalte van het product is minimaal 6 gram per 100 gram of 3 gram per 100 kcal. - Bron van vezels
Het vezelgehalte van het product is minimaal 3 gram per 100 gram of 1,5 gram per 100 kcal.
Niet iedereen mag zomaar melden dat een product rijk aan vezels is. Volgens de regels zullen er dus minimaal 6 gram vezels per 100 gram product in moeten zitten. Het gaat dus over wat het levensmiddel bevat. Het NVWA houdt zicht op een juiste naleving van deze claims. Goed, want zo weet jij zeker dat het ook waar is wat door de fabrikant beweerd wordt.
Maïs uit blik (3,5 gram), broccoli (4,1 gram) of bereide kikkererwten (5,4 gram) zijn voorbeelden van producten die een bron van vezels bevatten. Het zijn geen producten die rijk aan vezels zijn, want dan hadden ze minimaal 6 gram per 100 gram product moeten bevatten.
Wat doet jouw lichaam met de vezels?
Er zijn twee soorten vezels: oplosbare (fermenteerbare) vezels en niet-oplosbare (niet-fermenteerbare) vezels. Jouw lichaam heeft beide soorten vezels nodig, ze zijn belangrijk voor een gezonde spijsvertering. Door het eten van vezels wordt bijgedragen aan een verzadigd of vol gevoel na het eten.
Oplosbare vezels worden afgebroken in de dikke darm. Ze leveren een beetje energie, maar zorgen er voornamelijk voor dat je makkelijk naar de wc kunt. Ze bevorderen de stoelgang doordat ze de massa in de darm soepel houdt.
De niet-oplosbare vezels verlaten het lichaam zonder dat er iets mee gebeurt. Ze verlaten jouw lichaam dus “ongewijzigd”. Ze leveren geen energie, maar vergroten wel de inhoud van jouw darmen. Ook dit is weer goed voor de stoelgang. En ook zorgen niet-oplosbare vezels ervoor dat je een vol gevoel krijgt.
Wil je afvallen, is het eten van voldoende vezels dus een must. Want door een vol gevoel krijg je minder snel lekkere trek.
Waar zitten deze vezels in?
Vezels vind je terug in veel natuurlijke producten, zoals groente, fruit, brood, aardappelen en noten. Oplosbare vezels zitten voornamelijk in bananen, linzen, bonen, muesli, aardappels, pasta en brood. Niet-oplosbare vezels zitten voornamelijk in groente, erwten, kool en tarwe.
Vezels zitten voornamelijk in niet-bewerkte producten. Een volkoren boterham bevat meer vezels dan wit brood. Dit komt doordat bij de volkoren boterham, er minder bewerkingen plaats vinden aan het product dan bij wit brood. Bij wit brood wordt bijvoorbeeld de graankorrel vermalen, bij witte rijst wordt de korrel gepeld ten opzichte van volkorenrijst. Zo eet je dus minder dicht bij de natuur, waardoor een deel van de vezel verloren gaat.
Het eten van vezels past prima in een regelmatig eetpatroon, waarbij je veel variatie aanbrengt in de voedingsmiddelen die je nuttigt.
Koolhydraatarm eten
Koolhydraatarm eten is een perfecte manier om meer vezels binnen te krijgen. Je eet dicht bij de natuur, veel groente en fruit. Door koolhydraatarm te eten krijg je een goede mix binnen van oplosbare en niet-oplosbare vezels. En zoals je hier boven al zag, krijg je hierdoor een voller gevoel. Een must om minder snel lekkere trek te krijgen.
Bij het volgen van een koolhydraatarm dieet krijg je veel langzame koolhydraten binnen die prima passen binnen een gezonde lifestyle. Zo doe je jouw lichaam, maar ook jezelf een groot plezier.
Heb jij weinig inspiratie tot het volgen van een koolhydraatarm voedingspatroon of wil je meer recepten ontvangen? Kijk eens in de Afslank Receptenbijbel voor meer inspiratie!